11 december 2017 geplaatst op https://www.facebook.com/jongspirit.nl/ Auteur: Karina de Jong

Lang geleden, toen ik net op mezelf ging wonen, was ik toe aan mijn eigen echte huisdieren. In het Haagse asiel heb ik, puur op gevoel, twee katten uitgekozen. De eerste was een rode kater die uit het hokje gehaald werd om te laten zien wie hij was. Dit vond meneer erg spannend want in paniek vloog hij, al krabbend, in de nek van de asielmedewerker. 'Ah, die hoort bij mij' dacht ik toen! 

De tweede was een grijze poes. Zij bleef stilletjes achter in haar hokje verscholen zitten. Ik kon alleen haar wijd open gesperde ogen zien. De medewerker vertelde dat ze haar achterkant compleet kaal geplukt had van de stress. Dat was voor mij mijn nummer 2. Vol overtuiging en super gelukkig nam ik mijn katten mee naar huis. 

De eerste week was... intens. Ze vlogen elkaar continu in de haren en van wederzijdse acceptatie was in de verste verte geen sprake…Tot het moment dat ik er helemaal klaar mee was. Ik ben in het midden van de bank gaan zitten en heb beiden verzocht om elk aan 1 kant van mij te gaan zitten. En dat deden ze! (en ik was niet eens verbaasd) Daarna heb ik mijn handen op hun kopjes gelegd en mijn intentie uitgesproken dat ze vanaf dat moment beste vriendjes zouden worden. (In die periode was ik wel bewust van dat er meer tussen hemel en aarde is dan we kunnen zien maar van intentie of energie had ik nog niet veel kaas gegeten.) 

Wat ik daar deed moest ik gewoon doen, het was een oergevoel waarnaar ik moest luisteren. Het wonder geschieden... want vanaf dat moment waren Patser, de rode kater, en Tijger, de grijze poes hele goede maatjes! Heel lang heb ik van dit stel mogen genieten want alle twee zijn ze tegen de 20 jaar geworden!


Karina de Jong